Eindelijk mijn Camino
Op pad met Liesbeth Oosterhagen.
In december 2019 ging ik met pensioen, met het plan om per 1 april 2020 de Camino del Norte te gaan lopen vanuit mijn huis in Doorn. Mijn allereerste ‘Camino’! In totaal 2500 km in 5 maanden had ik bedacht.
Van december tot en met maart ben ik bezig geweest met de voorbereidingen en ik ben lid geworden van het Genootschap van St. Jacob in Utrecht, waar ik ook mijn zogeheten ‘Credential’ heb gehaald. Dit is een pelgrimspaspoort waarin je gedurende je trip stempels verzamelt. Aan het einde, in Santiago, wordt bekeken of je op basis van de tocht die je hebt gelopen in aanmerking komt voor het ontvangen van je ‘Compostela’. Dat is hét document dat verklaart dat je de Camino hebt voltooid. Uiteraard schafte ik ook alle benodigde artikelen aan. Dit deed ik bij mijn favoriete outdoorwinkel, Sunny Camp, waar ik met veel deskundigheid en gezelligheid werd geholpen. Sportspecialist Sunny Camp in Zeist is een winkel waar ik al meer dan 30 jaar mijn sportspullen koop.
Afgelopen 3 jaar
Helaas werden we medio maart 2020 getroffen door Covid; de hele wereld ging op slot. Plan B was om per april 2021 te gaan lopen, maar ook dat viel in het water. Ik ging mij meer inlezen over de Camino. Zo heb ik diverse bijeenkomsten bijgewoond van ‘het genootschap’. In 2021 werd ik, door ziekte van de toenmalige voorzitter, totaal onverwacht gevraagd om voorzitter te worden van de afdeling Utrecht Zuid/Rivierenland van het Genootschap. Best wel bizar, ik had nog geen meter op de Camino gelopen en mocht wel voorzitter worden.
Over naar plan C: niet meer lopen van huis naar Santiago, maar alleen maar het Spaanse gedeelte van “de Norte”, vanaf Irun. Dit zou plaatsvinden in mei 2022. Echter waren er dat jaar de gemeenteraadsverkiezingen en als Campagne Coördinator van een lokale afdeling van een landelijke partij, was ik daar best wel druk mee tot medio maart. Toen ik voor dat jaar ging plannen, realiseerde ik mij dat dat veel te veel stress ging opleveren. Daarnaast bedacht ik mij dat ik het komende jaar 70 jaar ging worden. Hoe mooi zou het zijn als ik dan op mijn 70e het Praza do Obradoiro op zou lopen.
De Camino
En dan is het eindelijk 1 mei 2023. Een vriend zet mij rond 10.00 uur in Maarn op de trein en ik kom rond 20.30 uur aankwam in Hendaye, een piepklein Frans dorpje met aan de andere kant van de rivier Bidasoa het plaatsje Irun in Spanje; dit is het vertrekpunt van de Camino del Norte. Je wandelt dus vanuit het station van het ene naar het andere land.
Inmiddels had ik in de trein kennis gemaakt met Natalie, een Duitse pelgrim. We gingen in het dorp nog wat eten. In dat restaurant hebben we nog wat anderen ontmoet die ook vanaf de volgende dag gingen lopen. Na het ontbijt ging de rugzak, inclusief fruit en een flesje water, om en de wandelschoenen aan om te vertrekken. Superspannend! Iedereen heeft zijn eigen tempo, dus de groep valt al vrij snel uit elkaar. Ik heb daar geen enkele moeite mee, want ik ben gewend om alleen te lopen.
Vanaf dat moment kom ik langzaam in het ritme van lopen, eten, slapen en praten met mensen onderweg, zowel pelgrims als “locals”. Steeds hetzelfde ritme, maar geen dag is hetzelfde. Geen andere zorgen dan ’s morgens bedenken of je rugzak en schoenen goed zitten, of je voldoende water en wat te eten bij je hebt en of je een slaapplaats hebt voor het einde van de dag. Hierna kun je de dag ‘over je heen laten komen’ met alle mooie en onverwachte dingen die voorbij komen.
De eerste dagen waren superheet. Ik ben er redelijk blanco ingegaan. Heb geen verwachtingen, dan kan er ook niets écht tegenvallen. Waar ik in ieder geval geen rekening mee heb gehouden is mijn zeer lichte vorm van COPD waar ik in Nederland nauwelijks last van heb, maar die me tijdens de Camino letterlijk en figuurlijk adembenemende momenten heeft opgeleverd. De andere kant hiervan is dan wel weer dat ik vaak op weg naar een top tussentijds herhaaldelijk stil moest staan om op adem te komen en zodoende beter de tijd had om de omgeving en de kleinste zaken in mij op te nemen.
Iedere dag word je sterker
Mijn mantra voor deze periode was niet voor niets: “Iedere dag word ik sterker.” Zo had ik bijvoorbeeld nog nooit met een rugzak op gelopen. Deze rugzak was mij nauwkeurig aangemeten bij Sunny Camp door rugzakspecialist Cornel. Gelukkig pakte het, dankzij de perfect aangemeten rugzak en niet te veel bagage (9 kilo, een mens heeft echt zo weinig nodig onderweg), goed uit. Mijn rugzak en mijn stokken werden mijn beste vrienden. Met name de stokken hebben me letterlijk en figuurlijk heel wat steile, rotsige en modderige hellingen op en af geholpen. En dat terwijl ik die in eerste instantie niet wilde meenemen, maar op aanraden van Cornel toch meenam.
Iedere dag een feest
Lopen op de Camino is iedere dag een prachtig feestje. Al snel ontwikkel je een prettig dagritme en leer je omgaan met wat er zoal dagelijks voorbijkomt. Te beginnen met het meest belangrijke: een slaapplaats! In eerste instantie regelde ik iedere keer als ik aan het einde van een wandeldag een dorp of stadje binnen kwam lopen een slaap-onderkomen. Dit ging best prima tot Bilbao. De trip van die dag was al erg uitputtend geweest. Eenmaal aangekomen in Bilbao heb ik met mijn rugzak om ongeveer 2,5 uur lopen zoeken naar een geschikte hotelkamer. Uiteindelijk had ik er één gevonden; dit was de duurste hotelkamer van mijn hele Camino! Vanaf dat moment bedacht ik de avond van tevoren al waar ik de volgende dag zou eindigen en boekte daar dan ook gelijk een hotelletje. Daarna had ik weer de rust terug om te genieten, in de wetenschap dat waar ik ook stopte er een bedje en douche voor mij klaarstond.
Iedere dag mooie mensen
Een ander prachtig aspect van de Camino is dat je altijd andere pelgrims tegenkomt. De sfeer op de Camino is heel sociaal. Je groet altijd de mensen die je tegenkomt en vraagt of het goed met ze gaat. De meeste mensen zijn heel eerlijk en laten je weten of het wel of niet goed met ze gaat. Met name dat laatste, als het niet goed met ze gaat, vereist dan wel een extra vaardigheid, namelijk vragen of je iets voor hun kunt betekenen. Soms is dat heel simpel, zoals het delen van drinken of eten (en in een enkel geval zelfs wat geld), omdat die ander daar behoefte aan heeft. Maar bijvoorbeeld ook het luisteren naar een verhaal wat er op dat moment bij die ander leeft of het letterlijk op weg helpen van iemand. Maar altijd is er dat diep-menselijke contact en respect voor elkaar met vooral geen vooroordelen. Het wandelen op de Camino heeft op mij een diepe indruk gemaakt; dat onvoorwaardelijk voor elkaar klaarstaan. Eenmaal terug in Nederland heb ik dat meegenomen.
Dit is niet het einde
Ik heb een prachtige drie maanden gehad waarbij ik de volledige Camino del Norte heb gelopen; bijna constant met de Atlantische Oceaan aan mijn rechterhand (800 kilometer). En vanuit Santiago de Compostela ben ik doorgelopen naar Fistere en Muxia om vervolgens weer terug te lopen naar Santiago (300 km). Dit was mijn eerste, maar zeker niet de laatste Camino die ik heb gelopen! Er zijn zoveel Camino’s die allemaal leiden naar Santiago. Ik ga zeker nog een keer en tussentijds is hier in Nederland ook zoveel moois om te bewandelen. Voorlopig ben ik dus nog niet uitgelopen!