Wandelen is waarschijnlijk niet het eerste waar je aan denkt bij een wintersportvakantie. Hoewel skiën en snowboarden voor veel mensen inderdaad de belangrijkste activiteiten van een wintersportvakantie zijn, is winterwandelen de laatste tijd steeds populairder geworden. Skigebieden zetten daarom meer en meer winterwandelroutes uit. Na een paar dagen op de drukke skipistes, is een wandeltocht vaak een mooie afwisseling. Zo kun je in alle rust genieten van de stilte van het winterse natuurlandschap om je heen, terwijl de sneeuw zachtjes onder je voeten kraakt. Maar wandelen in een besneeuwd skigebied vergt soms wel een net iets andere aanpak dan een ommetje thuis. Met deze tips maak je van een winterwandeling een succes.
1: Wandel als een pinguïn
Winterwandelen is op zich niet moeilijk. Gewoon wandelen, maar dan in de winter, toch? Dat klopt, maar je moet wel met één zaak rekening houden: gladheid! Als de paden onder een laagje sneeuw of ijzel liggen, moet je je staptechniek soms wel iets aanpassen. Hoe vreemd het ook klinkt, hiervoor kan je het beste de kunst afkijken van de pinguïn. Dit dier weet immers als geen ander hoe je over gladde oppervlaktes moet lopen. Wat moet je doen? Leun een klein beetje naar voren, zodat je met je gewicht op je voorste been steunt.
Zet vervolgens met je andere been een kleine stap en verplaats daarna je gewicht naar dat tweede been. Toegegeven: je gang wordt hierdoor een beetje waggelend (net als een pinguïn) maar je blijft wel op je voeten staan!
2: Kleed je goed aan
Je goed aankleden vergt voor een winterwandeling wat meer denkwerk dan normaal. De buitentemperatuur is koud, maar tegelijkertijd warmt je lichaam door de inspanning flink op. Hierdoor kan je gaan zweten, waardoor je weer razendsnel kan afkoelen. Kleed je daarom volgens het bekende drielagenprincipe. Neem eventueel nog een extra isolerende laag mee in je rugzak voor als je pauze houdt. Kou komt ook van onderen. Je voeten staan de hele tijd in de koude sneeuw. Zorg dus dat je goed geïsoleerde wandelschoenen hebt en bijpassende warme wandelsokken. Let er hierbij ook op dat je wandelschoenen een goede zool hebben, die voor voldoende grip zorgt. Als je door diepe sneeuw wandelt, is het ook verstandig om gamaschen om te doen, zodat de sneeuw niet alsnog van bovenaf in je schoenen terechtkomt. Uiteraard mogen ook een muts en handschoenen niet ontbreken.
3: Let op het weer
Ook met goede kleding kan je nog steeds veel last hebben van slecht weer. Een plotselinge sneeuwbui kan je volledig het zicht ontnemen. Check daarom voor je aan de wandeltocht begint eerst de weersvoorspellingen, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Kijk hierbij niet alleen naar de temperatuur en neerslag, maar ook naar de windsnelheid. Bij een gure wind ligt de gevoelstemperatuur namelijk al snel een stuk lager dan wat er op de thermometer staat. ’s Ochtends is het vaak wat kouder dan in de middag. Dat lijkt oncomfortabel, maar het tegendeel is waar. Door de kou is de sneeuw steviger, waardoor het wandelen minder kracht kost.
4: Neem genoeg eten en drinken mee
Net zoals bij elke wandeling, houd je natuurlijk onderweg pauze om even uit te rusten en iets te eten. In de winter is dit zeker geen overbodige luxe. Bij temperaturen onder nul verbrandt je lichaam tot wel 30% meer calorieën om je warm te houden. Zorg er daarom voor dat je voldoende energierijke tussendoortjes meeneemt, bijvoorbeeld energierepen bij je hebt. Minstens zo belangrijk is om genoeg te drinken mee te nemen.
Tijdens de kou heb je weliswaar minder snel dorst, maar je lichaam verliest nog steeds vocht, onder andere via je ademhaling. Ideaal om dit aan te vullen is een thermosfles met warme thee of soep, want dan heb je vocht en warmte in één. Bewaar de schnapps voor na je wandeling, want hoewel je het niet voelt, krijg je het door de alcohol juist eerder koud.
5: Plan je route en oriënteer je goed
In de meeste gevallen zijn de paden van winterwandelroutes goed uitgezet, maar het kan zijn dat een flinke sneeuwbui de markeringen ondersneeuwt. Zorg er dus voor dat je voor je vertrekt je route goed uitstippelt en in gebieden met een hoog lawine-risico terechtkomt. Houd een kaart of GPS bij de hand en zorg dat je goed kan bijhouden waar je bent. Ook goed om in je achterhoofd te houden: de dagen in de winter zijn kort. Plan daarom geen urenlange tochten, maar zorg ervoor dat je voor het donker weer warm binnen bent!
6: Bewaar je camera en telefoon op een warme plek
Kou en elektronica gaan niet altijd goed samen. Veel apparaten beginnen kuren te vertonen als de temperatuur naar beneden gaat. Bewaar je telefoon en camera daarom op een warme plek, het liefst op je lichaam onder je jas. Het zou immers vervelend zijn als je dat ene perfecte fotomoment mist omdat je camera uitvalt door de kou.
Ga naar outdoorspecialist.nl voor jouw wandelartikelen.